Risico, het misverstane woord (deel 2)

Risico-2-scaled-e1618297292894-p5n8ondjhgcqtp2vvz8nzm65ecj597pwdstac6uvd2

Joël Schols

In maart bespraken we in deel 1 het belang van het begrip ‘risico’. Ik zou dat doen in tien thema’s. Toen kwamen de eerste vier aan bod, nu volgen de zes andere.

Thema 5: Te weinig diversifiëren is een groot risico

De verblindende  succesverhalen hoor je van de ene ondernemer die zijn miljarden kapitaal heeft opgebouwd door zijn ganse fortuin met één onderneming op te bouwen. Bill Gates bij Microsoft, Jeff Bezos bij Amazon, Amando Ortega van Inditex, Larry Ellison van Oracle, Mark Zuckerberg van Facebook, Michael Bloomberg van de gelijknamige financiële dienstverlener en vele vele anderen. Over die mannen hun succesverhalen zijn boeken geschreven. All-in op één bedrijf!

Let op voor wat men noemt de ‘survivorship bias’. Enkel zij die succesvol zijn worden genoemd, zij die failliet zijn gegaan daar hoor je niet van. En nochtans zijn dat de interessantste boeken: zij die beschrijven wat er allemaal fout kan gaan. Vergissingen hoef je niet zelf te maken. Lezen over de vergissingen van anderen is goedkoper.

Wanneer je belegt met je zuurverdiende spaarcenten wil je niet bankroet gaan. Alles in één positie investeren is dan geen goed idee. Diversifiëren is dan een beter idee, maar wel met mate. Maar hoeveel is dat dan wel? Hoeveel diversificatie heb je nodig om je risico te beperken?

Thema 6: Te veel diversifiëren is ook een risico

Wanneer je te veel gaat diversifiëren dan heb je te veel en te kleine posities. Dat is een dubbel probleem.

Te veel posities betekent dat je niet meer (goed) weet wat je koopt. Een mens kan geen 100 posities opvolgen op een ordentelijke manier, tenzij je enkel selecteert op basis van parameters (wat met quant beleggen noemt), maar dat is dan weer een ander verhaal.

Te kleine posities jaagt de kosten omhoog. Het risico ontstaat precies wanneer je kosten bijna onzichtbaar oplopen, enkele fracties van  procentjes, bij elke aankoop en verkoop opnieuw. Die kosten wegen op je rendement.

Wat is dan het juiste evenwicht?

Een concentratie van 5 tot 10 posities is wat men noemt een zeer geconcentreerde portefeuille. Wanneer dat stuk voor stuk wel doordachte investeringen zijn in goedkope kwaliteitsbedrijven dan zit je goed. Zorg er wel voor dat deze bedrijven niet gecorreleerd zijn met elkaar. Koop dus geen 5 techbedrijven of geen 5 verzekeraars. 

Heb je meer dan 20 posities dan voegt  elke extra positie nauwelijks een risicoverlaging toe, maar wordt het wel moeilijker om elke positie grondig te kennen. Het is veel makkelijker om 5 bedrijven te vinden waar je een voordeel hebt ten opzichte van de markt  dan er 100 te vinden.

Ga je gemiddeld  differentiëren , zeg maar zo’n 10 tot 20 posities dan zit je op de ‘sweet spot’. Niet te veel in te weinig posities en niet te veel om je beleggingen nog te kunnen kennen.

Wat zeggen de grote beleggers over diversificatie:

Peter Lynch: “Diversifiëren in bedrijven die je niet kent, gewoon om te diversifiëren, heeft geen nut”

Bill Ackman, Warren Buffett en Charlie Munger zeggen elk op hun manier dat diversifiëren enkel maar je onwetendheid verdoezelt. Indien je niet weet wat je koopt kan je  dus maar beter zeer breed diversifiëren: koop dan één of enkele ETF’s en volg de markt gewoon.

Overdiversificatie geeft een vals gevoel van veiligheid. Veel fondsbeheerders verbreden hun portefeuille alleen maar om klanten dat gevoel te geven. Wanneer je als privébelegger boven de 15 aandelen gaat, dan dien je je echt af te vragen welke positie je beter kan verwijderen uit je portefeuille. Je kan beter werken aan de kwaliteit van je portefeuille dan aan de kwantiteit.

Binnen je portefeuille kan je dan ook de fout maken van een foute ‘position sizing’ of positiegrootte. Bij sommigen zijn de grootste posities de meest riskante en de kleinere de meer veilige posities. Het omgekeerde is veel beter.  Zorg er voor dat de grote posities net die zijn met de laagste downside en dat degene waarvan je zeer veel verwacht maar een kleine fractie uitmaken van je belegd kapitaal.

Thema 7: Goddeloos zijn is een groot risico

Daarmee bedoel ik dat je een beursgeloof dient op te bouwen, een eigen filosofie en een diepgewortelde overtuiging. Die kan je enkel bekomen door veel te lezen, door je te verdiepen in de beursgeschiedenis.

Dan pas groeit je overtuiging dat beleggen voor de lange termijn veel beter is dan het zogezegde risicoloze spaarboekje of het zogezegde fiscaal interessante  pensioensparen. Je dient te begrijpen hoe het beursspelletje werkt, waar de verdoken kosten en gevaren zitten. Het hebben van een goede filosofie is absoluut noodzakelijk voor succes op de beurs. Jan Longeval beschrijft in zijn boek ‘God dobbelt niet op de beurs’ (uitgave van Kounselor bvba, maart 2019) op deze manier: “Wat ontbreekt is een beleggingsfilosofie. We hebben voetbalfilosofen, maar hoeveel beleggingsfilosofen? Iedereen heeft wel één of andere beleggingsstrategie, maar dat is niet hetzelfde

Pas wanneer je je beursgeschiedenis kent ga je trends herkennen, bubbels, valkuilen, patronen worden zichtbaar. Ervaring is de aanvulling die komt met de jaren. Die kan je niet forceren, het is de optelling van onze vergissingen, … en die komen vanzelf.

Thema 8: Te duur aankopen is een immens onderschat risico

Of zoals Charlie Munger, de partner van Warren Buffett’ onlangs in een hilarisch interview zij: ‘I didn’t get rich by buying stocks at a high price’.

Wanneer je een huurpand koopt aan 400.000 euro en verhuurt dat voor 24.000 euro per jaar, dan heb je een rendement van 6%. Laat ons zeggen dat dat een normaal marktrendement is.

Als je dat zelfde pand kan kopen voor 300.000 euro dan heb je 8% rendement en bij een aankoop van 240.000 euro doe je de zaak van je leven en behaal je een rendement van 10%. 

Omgekeerd, wanneer je te veel betaalt, bijvoorbeeld door achter de koers van je droombedrijf aan te hollen en 100 keer koerswinst te betalen voor je geliefde techbedrijf, dan haal je nauwelijks rendement. Een koerswinst van 100 zou betekenen dat je het huis koopt aan 2.400.000 euro. Als de huurprijs dan niet spectaculair omhoog gaat heb je een probleem.

Thema 9: Te weinig belang hechten aan geluk. Te veel aan kunde.

Denken dat je het allemaal weet is een hele gevaarlijke. 

Het ergste wat jonge belegger kan overkomen is een aandeel of een munt kopen die de volgende paar weken na de aankoop verdubbelt in waarde. Stel dat je zoon of dochter half vorig jaar Tesla aandelen kocht en ook nog eens voltankte met bitcoins. Zoon- of dochterlief denkt nu van zichzelf dat hij of zij a. de beste belegger ter wereld is, b. dat het beursspelletje poepsimpel is, c. dat snel-rijk-worden een natuurtalent is en d. gaat vanaf nu met grotere bedragen meer risico nemen.

Dat fenomeen heeft een naam: zelfoverschatting. En dat loopt waarschijnlijk slecht af.

Uitzonderlijke prestaties worden te weinig gelinkt aan geluk. Bij starters spreken we dan over beginnersgeluk. Dat verwarren met kennis en kunde is een groot risico.

Combineer dit nu even met de gedachte van evaluatietermijnen. Op de korte termijn is de kans groot dat de factor geluk een belangrijke rol speelt zoals in het voorbeeld hierboven. Op de lange termijn mag je er van uitgaan dat het proces, de kennis en kunde van de belegger meer gewicht in de schaal gooit. Wanneer je de prestaties van iemand beoordeelt (ook die van jezelf) dan dien je dus te kijken naar de lange termijn.

Vergelijk het met de basketter die in het laatste kwart van zijn laatste wedstrijd vijf driepunters scoorde. Is dat een supertalent? Ik weet het niet. Geef me de statistieken van zijn driepunter pogingen over zijn ganse carrière. Dan kunnen we iets zinvol vertellen. 

Dus vermijd beleggingsrisico door jezelf te beoordelen op voldoende lange termijn.

Thema 10: Begrijp het verschil tussen risico en verlies.

We eindigen waar we beginnen. Het woord risico is soms fout begrepen.

Een risico is de kans op een slechte uitkomst, dus een mogelijk verlies

Een verlies is een slechte uitkomst.

Iets kan riskant zijn en toch geen verlies produceren. Je zet bij een ‘kop of munt’ spelletje zes keer na mekaar al je geld op ‘munt’ en het muntje valt zes keer goed, lucky you. Je hebt veel risico genomen, namelijk twee tot de zesde macht. Je had 1 kans op 64 om te winnen en 63 op 64 om alles te verliezen. 

Negatieve gebeurtenissen (kop gooien) produceert een verlies. ‘Risico nemen’ op zich produceert geen verlies. 

Het probleem stelt zich dat de resultaten van onze acties wel zichtbaar zijn, maar de manier om er te geraken niet. Daardoor zijn mensen gefocust op resultaat. Dat is verkeerd. Het proces is belangrijker. Wanneer je zoon of dochter thuis komt met de boodschap ‘ik heb 10.000 euro gewonnen’, dan spring ik geen gat in de lucht. Ik wil eerst weten hoe dat kapitaal gewonnen werd. Is dat door een spelletje Russische roulette gisteravond, of door een goede belegging waar ik niets van af wist? Dat maakt wel een wereld van verschil.

Met deze mindset kan je ook je portefeuille beoordelen. Heb je een aandelenportefeuille van Russische roulettespelers, de zwakke bedrijven of ze bestaat ze uit bedrijven die jarenlang gestaag aan de weg timmeren, de sterke bedrijven?

Zo ook komen zwakke bedrijven in de problemen wanneer ze onder stress komen te staan. Voorbeelden zijn bedrijven met lagere marges dan hun concurrenten of balansen beladen met veel te hoge schulden. Wanneer de concurrentie nog iets heviger wordt hebben ze geen ruimte om de prijzenoorlog te winnen en wanneer de rente oploopt komt hun terugbetalingscapaciteit in het gedrang. Dit zijn maar twee voorbeelden om aan te geven dat je bedrijven dient te screenen op welk risico ze lopen.

Het risico wordt pas zichtbaar bij situaties van hoge stress. En dan leidt je verlies.

Tijd voor een overzicht

Samengevat kunnen we dus enkele adviezen meegeven om je risico te verminderen. Ik  bundel ze in 8 concrete punten.

  1. Beleg op de lange termijn en bekijk volatiliteit als een opportuniteit
  2. Weet altijd wat je koopt, begrijp het, zorg dat je het kan uitleggen aan een 12-jarige
  3. Richt je focus op kwaliteitsbedrijven
  4. Ga na wat je kan verliezen, eerder dan te berekenen wat je kan winnen. Kijk niet te veel naar boven, maar ga na of de grond onder je voeten stevig is.
  5. Diversifieer niet te veel, maar ook niet te weinig als je beter wil doen dan het gemiddelde
  6. Zorg dat je een gezonde beleggingsfilosofie aanleert, leer van de groten die je voorgingen en lees veel, heel veel.
  7. Koop nooit te duur. Te duur betalen (ook voor kwaliteit) is de vijand van een goed rendement
  8. Laat je niet leiden door toevalstreffers, maar zorg voor een goede beleggingsstrategie en -proces.

Start Hier

Veel Gelezen

LinkedIn
Twitter
Facebook
WhatsApp