“De beurs is een casino, De beurs is riskant, het is een mijnenveld waar je beter van wegblijft.” Allemaal goed bedoelde woorden van bezorgde mensen die hun vrienden en familie willen behoeden van het nemen van te veel risico.
Maar hoe zit dat nu met dat fameuze risico. Wat is goed en wat is te veel?
Het zijn enkele recente webinars die me de inspiratie geven voor deze overpeinzingen over het begrip risico. Sam en ik hebben het idee opgevat om via webinars rond verschillende thema’s in gesprek te gaan met zowel ervaren als beginnende beleggers. De vele tijd die we investeren in lezen over boeiende thema’s delen we graag met alle geïnteresseerden.
Het centraal thema dat spontaan naar boven kwam drijven tijdens die webinars is de vraag hoe een belegger met risico kan omgaan. En dat brengt ons bij enkele vragen: Risico, wat is dat nu precies? Hoe vang je dat beestje? Hoe verschillend kunnen mensen het fenomeen risico interpreteren? Via welke invalshoek benader je het best? Hoe meet je het?
Het is niet enkel bij beleggen zo, maar ook in het gewone leven. Wat voor de ene riskant en zeer bedreigend is, is voor de andere banaal en risicoloos. Hoe komt dat? Waarom lijken sommigen het op te zoeken en mijden anderen het als de pest?
Dat zijn heel wat vragen waar ik tracht een denkkader voor te geven. Ik wil hierbij a. me beperken tot de context van het beleggen en b. geen hogere wiskunde gebruiken. Alhoewel alles met alles te maken heeft splits ik de gedachtegang op in 10 korte thema’s.
Thema 1: Volatiliteit is geen risico wanneer je beleggingshorizon maar lang genoeg is
Een eerste zaak die belangrijk is gaat over de termijn waarop je belegt. Bij Chess Capital zijn we langetermijn beleggers. Dat wil zeggen dat prijsschommelingen op de beurs door ons bekeken worden als aan- en verkoopkansen. Niet als risico. Onze stelling is dan ook met grote overtuiging dat volatiliteit geen risico is, maar wel een opportuniteit.
Maar wat als iemand volgende week of kwartaal zijn kapitaal nodig heeft? Ziet hij dan volatiliteit wel als een risico? Ha ja, dat zal wel zeker. Uiteraard loop je risico door te investeren in een prijsvolatiel product wanneer je op korte termijn afhankelijkheid bent van de marktprijs.
Ik vergelijk investeren in bedrijven graag met vastgoed investeringen. Vastgoed koop je toch ook niet wanneer je dat kapitaal op de korte termijn nodig hebt? Dat is evident al was het maar vanwege de grote instapkost, de uitstapkost en de iliquidilteit van vastgoed.
Mijn bedenkingen over risico – zoals ik ze zie in mijn leefwereld – zijn eigenlijk niet van toepassing op de korte termijn belegger, op de handelaar of de speculant. Die bekijkt de wereld op een andere manier. Zijn wereld bestaat dikwijls uit stop-losses, trends in de gaten houden, technische analyse. Zijn beweegredenen zijn soms gedreven door emoties, door de gouden tip en door snel-rijk-worden (want dat willen we allemaal toch?).
Voor de langetermijn belegger zit risico niet vervat in volatiliteit.
Thema 2: Weet wat je koopt
Een zeer grote bron van risico is eenvoudigweg niet weten wat je koopt. Stel dat Jan een huis koopt via een zoekertje en je gaat dat huis niet bezoeken. Jan koopt het omdat iemand het je aangeraden heeft (een tip van een vriend, weet je wel) en omdat de huizen in die straat hip zijn (lees: de prijzen zitten in stijgende lijn). Iedereen voelt aan zijn kleine teen dat Jan hier een groot risico loopt. De meeste huizen worden bij aankoop grondig gekeurd, meermaals, door vrienden en familie, door mensen met kennis van zaken, makelaars bezorgen je documentatie over energieprestaties en al-of-niet vervuilde grond. Kortom je gaat grondig te werk. Logisch want het gaat over veel geld.
Maar waarom zou je met minder grondigheid te werk gaan wanneer je een bedrijf (of ten minste een deel van een bedrijf) koopt? De toegankelijkheid is veel groter, met één muisklik kan je aankopen. En plots wordt dat gemak van kopen en verkopen vertaald in laksheid. Grondige controle wat je koopt hoeft plots niet meer. Sommigen kopen omdat het ‘in’ is, de prijs stijgt, het zal wel goed zijn dus… Anderen kopen omdat een goede vriend het aanraad en de prijs ‘kan niet dalen’…
Maar als je het zelf niet onderzocht hebt, en je weet niet of het dak lekt, of er schimmel op de muren staat, of de fundamenten stevig zijn, … dan koop je een kat in een zak.
Niet weten wat je koopt is eenvoudigweg de grootste bron van risico.
Je kan het ook positief uitdrukken: blijf in je cirkel van competentie. Niet de grootte van die cirkel is belangrijk, maar wel het kennen van de grenzen. Zo kan je een hele kleine maar zeer succesvolle cirkel hebben. Een vastgoedspecialist die door en door alle vastgoed in en rond Mechelen kent zal wellicht veel succesvoller zijn dan een makelaar die overal handelt.
Zo ook op de beurs: specialiseer je in een bepaalde sector, een bepaald type bedrijf of een geografie. Dikwijls wordt de competentiecirkel beschreven als industriekennis, maar dat hoeft het niet te zijn. Voor mij betekent het vooral zoeken naar eenvoudige bedrijven. Alhoewel ik ingenieur van opleiding ben vind ik het niet eenvoudig om de technologische evoluties te volgen, laat staan alles te begrijpen. Een bedrijf met een eenvoudig product, een eenvoudige structuur, weinig schulden, gezonde kasstromen, een langdurig management met een heldere strategie en kapitaalsallocatie is voor mij een afbakening van mijn ‘circle of competence’.
Thema 3: Risico vermijd je door kwaliteitsbedrijven te kopen
Niet weten wat je koopt is één zaak, bewust naar kwaliteit op zoek gaan is een andere.
Maar hoe beschrijf je kwaliteit bij bedrijven. Daar zijn al enkele boeken over geschreven. Samengevat zou ik het beschrijven als: ga op zoek naar bedrijven waar de garantie op kasstromen in de toekomst zo zeker als mogelijk is.
Als beginnende belegger hoef je het daarbij niet te ingewikkeld te maken. Hier zijn enkele vuistregels:
- Liever een bedrijf met permanente kasstromen dan één dat afhankelijk is van projecten. Uit mijn eigen ervaring als ondernemer haal ik dan Nextel (als telecomintegrator) aan waar we in het begin van elk semester de onderhoudsfacturen uitstuurden naar onze klanten. We noemden dat onze matras. De projecten die in de loop van het jaar gescoord werden waren -indien ze niet verlieslatend waren – een aanvulling op die kasstroom.
- Kies eerder een bedrijf dat een grote vis is in een kleine vijver, dan een gewone vis in een grote vijver. De kleine vijver symboliseert een nichemarkt waar je al alleenheerser kan zijn. Dat levert het bedrijf pricing power op. Ik verkies koning éénoog in het land der blinden boven een massa koningen die hevig strijd leveren voor elk lapje grond. In Engeland is er een bedrijf dat eiervrije taarten aanbiedt aan Hindoes en veganisten. Ze doen dat nu al 10 jaar in zo’n 150 franchisewinkels over het ganse land en zijn tot nu toe de enige die dat doet. De kans is groot dat die kleine vijver niet aantrekkelijk genoeg is voor een tweede speler.
- Kies een bedrijf met een moeilijk te kopiëren voordeel. Een gekend voorbeeld zijn farmabedrijven die een ontdekking of een ontwikkeling gedaan hebben en dat vertaald zien in een langdurige bescherming door patenten. Maar het kan in alle domeinen voorkomen zoals bijvoorbeeld bedrijven die lage-kosten-principes in elke vezel van hun DNA zitten hebben: De Colruyts en Ryanairs van deze wereld zijn moeilijk te kopiëren omdat het een ganse low-cost bedrijfscultuur omvat. Of bedrijven die een sterk verspreid distributienetwerk hebben zodat producenten via hun moeten passeren om hun producten aan de man te brengen. Zoek naar zaken die quasi niet te kopiëren zijn.
- Een laatste voorbeeld: kies bedrijven met managers die in het verleden de juiste zaken deden voor de aandeelhouder. De kans is groot dat ze in de toekomst ook de juiste zaken zullen doen. Ik denk dan aan de juiste verloningsstructuren installeren , de juiste kapitaalsallocatie realiseren, geen domme overnames doen, … Resultaten uit het verleden zijn geen garantie op de toekomst, maar in dit geval wel een zeer goede indicatie.
Thema 4: Risico zit in de downside.
Veel mensen kijken naar boven. Wat kan deze belegging me opbrengen? En vergeten het neerwaarts risico te evalueren. We zijn aangetrokken tot mooie winsten, we willen graag tot de club van de winnaars behoren en zijn bang om winsten te mislopen.
Daarom springen we zo graag op de trein van de winnaars en daarom kan verstandig momentumbeleggen wel best een winstgevende activiteit zijn. Je profiteert als het ware van de hebzucht van anderen. Eens een sneeuwbal begint te rollen wordt hij groter en versnelt hij. Lees: er worden meer beleggers aangetrokken door het succes. Zo ontstaan bubbels. Neen, niet die Coronabubbels, maar de beursbubbels.
Wie het momentumspel speelt dient goed te kunnen inschatten welke beweging aan kracht zal winnen en welke niet. Dus of de sneeuwbal nog effe doorrolt of dat hij tot stilstand komt en tegen een boom uiteenspat.
Dat is een spel met casinoallures. Dat spel speel ik niet.
Voor mij is het veel belangrijker om naar beneden te kijken. Ik wil graag weten wat het risico is op verlies van mijn kapitaal en niet hoeveel ik zou kunnen winnen. Door geen geld permanent kwijt te spelen dien ik ook geen verliezen goed te maken. Want wie 50% verliest op zijn belegging dient nadien 100% te winnen om op hetzelfde punt uit te komen.
Waardebeleggers kijken dus naar beneden, maar omdat niet iedereen dat doet kan het best zijn dat een goede belegging met weinig risico toch meer verkopers dan kopers heeft, en dan zakt de prijs. Zolang de waarde niet zakt wordt de investering alleen maar aantrekkelijker.
Zo, dit zijn alvast de eerste vier thema’s. Om het behapbaar te houden volgt er volgende maand – nadat we de nieuwsbrief van Sam publiceren – een artikel met de volgende zes.