Vorige week toen ik enkele belangrijke passages uit de brief van Warren Buffett aan zijn aandeelhouders besprak, ging ik niet dieper in op de weddenschap van $1 miljoen die hij won tegen de fondsbeheerders.
Voor wie nog niets wist van de weddenschap: Buffett wedde met de fondsenindustrie dat een indextracker op de S&P500 over 10 jaar tijd makkelijk een fonds of een fonds der fondsen zou verslaan.
Kosten zijn sluipmoordenaars van uw rendement
Dat Buffett deze weddenschap won, verbaast me niet. Als je een fonds samenstelt van andere fondsen, dan zie ik niet meer in hoe de belegger er nog iets aan kan verdienen.
Niet alleen verdient de beheerder die de fondsen selecteert zijn of haar boterham (en vaak heel royaal), maar ook de onderliggende fondsen hebben allemaal hun beheerders, analisten, compliance officers,… . Als je weet wat dat allemaal kost, dan zie ik geen ruimte meer voor winst.
Maar daar wil ik het niet over hebben, wel over de heel eenvoudige zet die ze tijdens deze tien jaar deden met hun inleg.
Zielige rendementen
Zowel Buffett als de tegenpartij (Protégé Partners) kochten in 2007 elks voor $500.000 zero coupon staatsbons van de V.S. Zij betaalden hiervoor elk $318.250 en zouden 10 jaar later $500.000 krijgen uitbetaald (welke ze dan aan een goed doel naar keuze van de winnaar zouden schenken).
Zero coupon wil zeggen dat er geen interesten worden betaald, maar omdat ze maar een kleine 64% betaalden voor de bons, kan je spreken van een jaarlijks rendement van 4,65% als ze worden aangehouden tot op de vervaldag.
Echter na enkele jaren werden de bons al verhandeld tegen 95,7% van de eindwaarde. De laatste 5 jaar zouden deze staatsbons dan ook nog maar in totaal 4,3% opbrengen, ofwel 0,88% per jaar.
Buffett kon het niet aan om deze zielige rendementen in het vooruitzicht te hebben. Dit zou een te “domme” belegging zijn. De bedrijven in de S&P betaalden bijvoorbeeld 2,5% dividend per jaar.
Het was dan ook overduidelijk voor Buffett dat er een andere belegging moest komen. Ze besloten dan ook samen om de staatsbons te verkopen en te beleggen in aandelen Berkshire voor de laatste vijf jaar.
Het resultaat is dat er nu $2,22 miljoen kon geschonken worden in plaats van slechts $1 miljoen.
Het enige risico dat ze liepen was dat op vijf jaar tijd de markt sterk zou zijn gedaald, een risico dat Buffett als zeer laag inschatte gezien de termijn en de waardering van de beurs toen.
Beleggingen moeten overduidelijk zijn
Dat idee heeft mij de laatste week ook sterk bezig gehouden. De beste beleggingen zijn die beleggingen die overduidelijk zijn.
Ackermans & van Haaren aan €32 in 2008 was overduidelijk, Picanol aan €10,6 in 2011 ook, of Bellway aan GBp 1905 kort na de Brexit-stemming in 2016, … . Zo kan ik nog wel wat voorbeelden aanhalen.
Niet elk aandeel waarvan ik dacht dat de casus om te beleggen “overduidelijk” was, bleek achteraf ook een uitzonderlijke winnaar, maar echte missers waren ook heel beperkt in deze selectie.
Ik kan dankzij dat ik alles neerschrijf voor een beursblad ook terug gaan opzoeken hoe ik over een aandeel dacht voor aankoop. En opvallend is dat die aandelen waar al een beetje twijfel was ook veel vaker slecht presteerden.
En zo leer ik toch nog regelmatig lessen, die ik eigenlijk al kende, opnieuw.
“Hou het simpel”
“Only swing at pitches in your sweetspot” (enkel actie nemen als alles juist is)
Of zoals Buffett het eerder verwoordde aan een lokaal vol studenten:
“Stel dat je een 20-beurtenkaart had en telkens je een belegging deed, je hiervan een beurt kwijt was. Deze kaart is de enige die je zal hebben in je hele leven. Eens de kaart op is, kan je geen beleggingen meer doen. Zal je dan niet uitzonderlijk goed nadenken over elke belegging die je doet? En zal je dan niet enkel, en veel meer beleggen in waar je relatief zeker van bent? Je zal zoveel betere rendementen hebben”