Mijnheer de expert

Mijnheer expert

Joël Schols

Met de regelmaat van de klok krijgen Sam en ik de vraag wat we denken over de inflatie, hoe de oorlog in Oekraïne invloed heeft op de beurs, wat de rente gaat doen in deze onzekere tijden, in welke geografische regio’s je best kan investeren, of de tech sector vandaag nog interessant is na zo’n geweldige pandoering, … en zoveel meer macro-economische vragen. Op zich allemaal boeiende   en interessante vragen. Helaas zijn wij geen expert in deze materie. Hoe relevant is onze opinie dan? Mijn standaard reactie is dan dat mijn mening even goed is als die van de vraagsteller.

Als je meningen wil horen over deze onderwerpen zet dan even de TV op en laat je meeslepen door de macro-economische storytellers van CNBC of  Bloomberg TV, abonneer je op de vele podcasts die massa’s analyses op je afvuren of connecteer met een schare ‘would be’ economen op twitter.

Helaas zijn de meningen die via deze en andere media geproclameerd worden dikwijls niet beter dan de jouwe. Bijgevolg kan je ze best behandelen als entertainment, maar zeker niet om beleggingsbeslissingen op te baseren. Want uiteindelijk gaat het daarover. Wanneer macro-economische vragen worden gesteld aan beleggers dan hoopt de vraagsteller enige richting te bekomen over de aandelen die hij al of niet zou dienen te kopen of verkopen.

Experten en media

Laat me allereerst mijn nederige excuses aanbieden aan de dames omdat ik als titel voor ‘mijnheer de expert’ gekozen heb. Ik wil allerminst discriminerend zijn. Aanvaard het eerder als een compliment. Ik heb het namelijk niet zo voor zelfverklaarde of door-de-media-verklaarde experten.

De media en de experten zijn “brothers in arms”, lotgenoten zeg maar. Ze hebben elkaar nodig. De media wil bekeken worden, gelezen worden, gehoord worden om achterliggend van reclame-inkomsten te kunnen genieten. Experten willen bekendheid om zo de kijkers, lezers en luisteraars naar hun producten te leiden. 

Het overkwam me jaren geleden dat ik gebeld werd door Annelies Beck voor één of ander VRT duidingsprogramma omdat er weer iets gebeurd was in de schaakwereld waarover men een expert wou interviewen. De schaaksport komt vrijwel uitsluitend in de media als er één of ander schandaaltje aan het licht komt. Wanneer Magnus Carlsen zijn kunnen toont op het schaakbord met een weergaloze combinatie van bovenmenselijke schoonheid dan heeft geen hond daar aandacht voor. Wanneer er vals gespeeld wordt door een armetierig figuur is het kot te klein.  Ik heb vriendelijk bedankt voor het gesprek omdat ik me niet comfortabel voelde bij het idee dat ik in enkele korte antwoorden misschien verkeerd begrepen zou worden, omdat ik geen tijd kreeg om iets te researchen en omdat ik geen flauw idee had welk deel van het gesprek misschien zou weggeknipt worden.

Kortom ik wou niet opdraven als expert in een domein dat me nochtans behoorlijk goed bekend is.

En dames, als er meer mannen dan vrouwen als expert opgevoerd worden, laat de conclusie dan eerder zijn dat het met het testosterongehalte te maken heeft, dan wel met het niveau van expertise.

Er zijn experten en er zijn experten

Laat ons even bij het schaken blijven: het is duidelijk dat Magnus Carlsen een expert is in schaken, het is duidelijk dat toptennissers (vul zelf maar de naam in die je wenst) experten zijn in hun domein, het is evident dat Mozart en Beethoven experten waren in hun tijdsperiode in hun tak van sport. Daar bestaat weinig discussie over.

Wanneer het over bredere kunstvormen en stromingen  gaat, neem de schilderkunst of moderne muziek, dan is het al wat meer fuzzy wie expert is en wie niet. “Les goûts et les couleurs ne se discutent pas’ weten de Fransen. 

Wanneer we expertise toemeten aan degene die commentaar geeft op de sporter, de kunstenaar, de economie, of wat dan ook, dan gaan we dikwijls de mist in. Ik herinner me een programma op een Duitse TV zender waarin een viertal kustexperten hun oordeel gaven over schilderijen. Bij een bepaald schilderij waren de meningen verdeeld gaande van de beoordeling ‘rommel’ tot ‘geweldige  kunst’. Toen de schilder van het kunstwerk getoond werd tijdens het creatieproces bleek het een Chimpansee te zijn. Voor heel wat experten kan een gezonde dosis bescheidenheid wonderen verrichten.

De vraag dringt zich op wie je expert kan noemen en wie niet. Of anders gesteld aan welke voorwaarden je expertise kan afmeten.

Het was Peter De Neve, een bevriend privé belegger, die deze week mijn aandacht vestigde op een schitterend filmpje van Veritasium (https://www.youtube.com/watch?v=5eW6Eagr9XA). Het legt in 18 minuten haarfijn uit aan welke vereisten een omgeving dient te voldoen om er expert in te kunnen worden.

Om expertise te kunnen opbouwen dient het domein aan volgende eigenschappen te voldoen:

  1. Je dient de mogelijkheid te hebben veel te oefenen en daar steeds feedback op te krijgen zodat je een leerproces kan doorlopen. Een tennisser slaat duizenden ballen en ziet telkens de baan van de bal zodat hij leert door veel te oefenen. 
  2. Een enigszins voorspelbare omgeving die niet volledig willekeurige uitkomsten produceert. Feedback krijgen is dus niet voldoende. Het antivoorbeeld is een gokspel waarbij je 100 jaar kan ‘oefenen’ en toch geen millimeter beter kan worden omdat de uitkomst van de volgende gok onafhankelijk is van je vorige gok. Er dient dus een afhankelijkheid te zijn tussen de vorige en de volgende actie.
  3. Ook de snelheid van feedback is belangrijk. Hoe hoger de snelheid van terugkoppeling hoe efficiënter het leerproces.

Dus een enigszins voorspelbare omgeving waar je veel kan trainen en waar je veel feedback krijgt op korte termijn. Dat is de basis. En dan is er de vierde onvermijdelijke voorwaarde om expert te kunnen worden in dat domein.

  1. Kom uit je comfortzone. Je kan geen topper worden in je domein als je niet steeds je grenzen verlegt. Oefening baart kunst. Maar wel oefening op de grens van je kunnen. Je dient je zelf te stretchen, steeds opnieuw. Daarbij is zowel het aantal uren dat je oefent als de moeilijkheidsgraad van belang.

Klinkt allemaal logisch. Het is toepasbaar op sporten, wetenschappelijke vakdomeinen, bepaalde kunstvormen of technische vakken. 

Domeinen waar je veel moeilijker en echte van een ‘would-be’ expert kan onderscheiden zijn journalistiek, economische vakken,  psychologie, en dat soort zaken. En natuurlijk valt beleggen ook onder die laatste categorie. Dat maakt dat veel mensen hun toevlucht nemen tot iemand die ze vertrouwen zonder te weten of het een expert terzake is.

In hun boek ‘Superforecasting: The Art and Science of Prediction’ beschrijven Philip Tetlock en Dan Gardner een grootschalig project over de kwaliteit van voorspelling van politieke en economische gebeurtenissen.

Blijkt dat de experten het alles behalve beter doen dan de leken.  Dat komt hoofdzakelijk omdat elke situatie anders is en korte termijn  ‘feedback loops’ dikwijls ontbreken om nieuwe kennis op te doen. Maar ook omdat men zich baseert op kennis en referentiekaders die er mogelijks minder toe doen in de nieuwe situatie.

Net zoals artsen met vele jaren ervaring niet beter zijn in het herkennen van zeldzame ziektes dan de pas afgestudeerde artsen, precies vanwege de éénmaligheid van de diagnose en automatisch terugvallen op ervaringen die er in de nieuwe situatie minder toe doen.

Wat is de belegger met de macro-economische en politieke forecasting?

Wat nu met onze macro-economen? Hoe betrouwbaar kunnen ze de beursevolutie voorspellen? Hebben ze hun expertise bewezen? Werken ze in een vakdomein waarin ze überhaupt expert worden? Hoe nauwkeurig zijn hun voorspellingen? Worden hun voorspellingen beoordeeld nadien? En pakken ze die beoordeling mee in hun toekomstige voorspellingen?

Veel vragen, weinig antwoorden. U begrijpt mijn argwaan wanneer economen, journalisten, opiniemakers, analisten, profeten en goeroes waarheden verkondigen waarop wij onze acties op de beurs zouden laten van afhangen.

Om consequent en op de lange termijn succesvol te zijn op de beurs met macro-economische kennis dienen er twee vereisten te voldoen:

  1. Jouw forecast dient gemiddeld beter te zijn dan die van de professionals
  2. Je forecast dient ook gevoelig af te wijken van de algemene consensus als je het verschil wil maken.

Moeilijk. Quasi onbegonnen werk. En toch blijft de vraag terugkomen: wat met inflatie, rente, werkloosheidscijfers, consumentenvertrouwen, kans op recessie, … Om succesvol te beleggen je baserend op deze parameters is het niet voldoende om gewoon juist te zijn, maar je dient juist te zijn op momenten dat de markt fout is.

Het is een spel dat ik niet speel.

Denk als een bedrijfseigenaar

In plaats van je beleggingsbeslissingen te laten beïnvloeden door macro-economische gebeurtenissen die op hun beurt afhankelijk zijn van tientallen of honderden onvoorspelbare factoren en al even onvoorspelbare politieke beslissingen, kan je je beter focussen op zaken waar er wel patronen in te herkennen zijn.

Met ervaring leer je patronen herkennen, welke goede en welke minder goede bedrijven zijn. Je leert wat werkt in een bedrijf en wat niet. En mogelijks nog belangrijker, je leert patronen herkennen van mensen die goede bedrijfsleiders zijn. Leiders aan wie jij je vermogen wil toevertrouwen.

Denk dus als een eigenaar. Je koopt geen aandelen, je koopt een deel van een bedrijf. Daarom dien je een business te kunnen beoordelen alsof je het bedrijf voor de volle 100% koopt. Zoals Buffett al aangaf, waarom zou je één aandeel kopen als je (in de veronderstelling dat je de centen hebt) het bedrijf niet helemaal zou willen kopen? 

Eén van de sterkste eigenschappen van een CEO dient de kapitaalallocatie te zijn. In welke domeinen investeer ik en wanneer hou ik geld opzij of geef ik het terug aan de aandeelhouders? Ook dat principe is geldig in kleinere schaal op jouw portefeuille. Aan welke bedrijfsleider vertrouw jij je centen toe? Door zo te denken zal je ook de kwaliteit van de CEO en zijn team in rekening brengen. Door dat te doen zal je beter overwogen beslissingen nemen.

Welke expertise kan een belegger dan wel opbouwen?

Dat is een existentiële vraag voor iedereen die op de beurs tracht beter te doen dan het gemiddelde. Even goed doen als het gemiddelde is eenvoudig: Je belegt in één of meerdere ETFs met zeer lage kosten en je kan het gemiddelde van de markt volgen. 

Wil je al belegger beter doen dan het gemiddelde dan dien je een spel te spelen dat je kan winnen. Sam en ik hebben ons de vraag gesteld hoe we ons spel het beste definiëren. Ons antwoord is dat er enkele zaken zijn waarvan we denken dat we het beter doen dan het gemiddelde van de participanten op de beurs. We lijsten zes punten op die het verschil maken.

1. Inzicht in de psychologie van de mens die met geldzaken bezig is. Dat klinkt wollig en dromerig, maar het wordt heel concreet als ik het omschrijf. Veel beleggers lopen weg wanneer de beurskoersen dalen. Winkels trekken klanten aan door koopjes aan te bieden, de beurs jaagt mensen weg. Het begrijpen van eenvoudige psychologische drijfveren is zo cruciaal om niet weg te lopen op het verkeerde moment. En om je niet te laten meeslepen in weinig rendabele aankopen op een oververhitte beurs.
Kuddegedrag is een boeiende materie.  Lees over de demonen die ons sociaal gedrag bepalen, maar ons wel enorme vooroordelen en foute reflexen bezorgen bij financiële beslissingen. Er bestaat veel interessante en leesbare materie die inzichten verschaffen. Zelf schreven we dit blogartikel dat het herlezen waard is: https://www.beursbabbel.be/de-zeven-ondraaglijke-pijnen-van-waardebeleggen/

2. Behalve het inzicht dien je ook de karaktersterkte te hebben om ernaar te handelen. Het is niet omdat je het werk van Daniel Kahneman en Amos Tversky kan citeren dat je de guts hebt om het ook effectief uit te voeren. Een jonge analist in het team van Guy Spier (Aquamarine fund) verkocht in volle financiële crisis in 2008/9  zijn volledige portefeuille. Hij kon de halvering niet aan en verkocht op het slechts denkbare moment. Onderschat dit niet, je moet hier bewust van zijn en blijven. Zelfs met 20 jaar ervaring kan je hier niet vervallen in een automatische reflex. Je herkent de patronen van uitzinnig gedrag wel sneller. 

3. Het vergt ook analytisch denken. De emoties van angst en hebzucht die zijn er bij iedereen. Je mag er echter niet naar handelen. Daarom dien je je te concentreren op het positieve tegengestelde en dat is beredeneerd denken.  Kahneman zou het benoemen als  “systeem 2” denken. Dat is een domein met veel boeiende aspecten, waaronder het nuchter waarderen van bedrijven, het kennen en begrijpen van mentale modellen, het optimaal gebruik van screeners en dat soort zaken. Het leunt ook aan bij Stoïcijns denken, maar dan zitten we bij Epictetus, Seneca en Marcus Aurelius, en dat is een boeiend domein geheel op zich.

4. Beperk je zelf. Beperk het aantal bedrijven en sectoren waarin je belegt. Diversifiëren is goed om het gemiddelde te volgen, maar dan kan je evengoed of beter zelfs in een ETF beleggen. Als je de beurs wil verslaan dan dien je expertise op te bouwen in een beperkt aantal bedrijven. Het is gewoon onmogelijk om dat te realiseren voor heel veel bedrijven of sectoren. Less is more. Dat consequent toepassen is niet evident. Onze ervaring is dat 20 bedrijven grondig opvolgen zo ongeveer een voltijdse bezigheid is. Daarom is het belangrijk dat je belegt in bedrijven die je goed kan begrijpen, die je graag opvolgt, waar je alles wil over weten omdat het gewoon leerrijk en boeiend is. Op die manier blijft het plezant, bouw je kennis op waarmee je het verschil kan maken en zorg je dat je volhoudt. 

5. Discipline. Een vaak gebruikt, maar minder toegepast woord. Discipline is zo belangrijk in beleggen. Niet enkel wat betreft je aankopen, maar ook de opvolging van je portefeuille, de positiegrootte die je neemt, kwartaalresultaten opvolgen, de consequente analytische toetsing van je originele thesis en zoveel meer. Discipline verplicht je om een filosofie op te bouwen, een plan te maken en zorgt er finaal voor dat je niet afwijkt van je plan.

6. En tot slot het levenslang leren. Zoals al gezegd is beleggen geen discipline waarin je expert kan worden. Je kan hooguit expertise opbouwen in enkele bedrijven en sectoren. Je kan je verbeteren door het ambachtswerk te verfijnen en zelf je feedbackloops in te bouwen. Dat doe je door een dagboek bij te houden waarin je je aankoop thesissen noteert. Waarom kocht je een aandeel? Welke veronderstellingen maakte je? Zo kan je over de jaren heen je vergissingen opvolgen en bijsturen. Het zijn zeer lange feedbacklussen in het beleggingswereldje en de uitkomst is niet steeds één-op-één gelinkt aan de juistheid van je hypothese. Dat maakt het dubbel moeilijk. Er is geen juist of fout, maar door bij te leren over bedrijven, hun markten, hun concurrenten en de dynamiek die zich afspeelt ga je minder fouten maken op den duur en daardoor betere beslissingen kunnen nemen.

Ik hoop je als lezer hiermee de goede richting te tonen. De weg is lang, in feite eindigt hij nooit. Maar het is ook niet het eindpunt dat ons boeit, wel de weg er naartoe.

En o ja, de volgende keer dat je een expert voorspellingen hoort proclameren, stel je dan even de vraag hoe goed zijn vorige adviezen waren.

Start Hier

Veel Gelezen

LinkedIn
Twitter
Facebook
WhatsApp