Het is weer die tijd van het jaar. In mei kunnen we er steeds op rekenen dat er verschillende berichten verschijnen over het fenomeen Sell in May and go away, but remember to be back at the end of September, of een andere vorm van dezelfde uitspraak.
Elk jaar opnieuw zien we fantastische cijfers passeren dat dit het rendement van uw portefeuille ten goede komt, met soms hallucinante verschillen in returns. Ik heb zelf nog nooit de moeite genomen om dit te testen of de studies eens grondig door te nemen.
Ronald Hendrickx heeft vandaag hier al data over opgediept, wat u hier kan lezen. In mijn eigen portefeuille kan ik datzelfde fenomeen echter niet terugvinden. Ik moet hierbij ook opmerken dat ik als waardebelegger mij de “ruis” op de markt zo weinig mogelijk probeer aan te trekken, ook wanneer koersen dalen, maken bedrijven winst.
Maar onbewust werk ik wel mee aan het versterken van dit fenomeen. Eén maal per jaar, na de publicatie van de jaarverslagen, bestudeer ik elk aandeel in mijn portefeuille nog eens volledig tot in detail.
Hoewel ik uiteraard een heel jaar door al het nieuws volg, leg ik me één maal per jaar er op toe om nog veel dieper te gaan en ook alle concurrenten nog eens goed te screenen, kansen en bedreigingen voor de sectoren te analyseren, …
Van alle aandelen die ik koop houd ik een lijstje bij. Op dat lijstje vermeld ik in het kort wat eventueel mijn aandacht heeft getrokken, positieve en negatieve punten, en als belangrijkste punt de reden(en) waarom ik overga tot een aankoop en de faire waarde.
Als na de nieuwe analyse alle punten geldig blijven, dan houd ik het aandeel in portefeuille. Als de redenen voor aankoop niet meer geldig zijn, dan verkoop ik het aandeel, ongeacht of deze ondertussen is gestegen of gedaald en hoe ondergewaardeerd deze ook nog mag zijn.
En laat het nu net mei zijn wanneer ik steeds klaar ben met deze analyses, en mijn lente schoonmaak houd.