Het debat over de voor -en nadelen van een kwantitatieve of kwalitatieve methode van aandelen te selecteren, is nog steeds niet beslecht. Welke manier is de beste? Is er wel één beter dan de andere? Moet een belegger zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve factoren gebruiken bij zijn beleggingsbeslissingen? Wat het beste is, weet ik niet, maar ik geef hieronder alvast mijn mening.
Maar laten we eerst even het verschil tussen kwantitatieve analyse en kwalitatieve analyse helder krijgen.
Benjamin Graham, auteur van De Intelligente Belegger en hierdoor ook wel bekend als de vader van het waardebeleggen, was een kwantitatieve analist. Hij koos er voor zijn beleggingsbeslissingen te baseren op de cijfers die publiek bekend werden gemaakt (balans, jaarrekening, cashflowtabel,…)
Aan de andere kant is er Philip Fisher, auteur van Common Stocks and Uncommon Profits, een echte kwalitatieve analist.
Buffett, welke startte als een echte kwantitatieve belegger is met de jaren steeds meer opgeschoven naar dat van een kwalitatieve belegger. Hij noemde zichzelf ooit 85% Graham, 15% Fisher. De laatste jaren is dat minimaal 50/50.
Het hoeft geen verdere uitleg dat Buffett één van die beleggers is waar ik het meeste heb van geleerd, en daardoor ook van Graham en Fisher.
Kort samengevat zouden we beide manieren van analyseren kunnen voorstellen als volgt:
Kwantitatieve analyse:
- Analyse van jaarrekening, balans en cashflow
- Vergelijken van huidige waardering met historische waarderingen
- Vergelijken van waarderingen en financiële ratio’s met andere bedrijven in dezelfde industrie
- Zelden spreken met het management
- Het aandeel bestuderen, minder het bedrijf (niet te veel zorgen maken over de producten of diensten van het bedrijf)
- Vertrouwt op niets anders dan gepubliceerde cijfers (gecontroleerd door revisoren)
- Geeft niet veel gewicht aan de sector of industrie en ook niet aan de trends in deze sectoren.
- Geeft geen aandacht aan macro economie of algemene top down analyse.
- Hebben gewoonlijk gediversifieerde portefeuilles omdat ze enkel de cijfers analyseren
Kwantitatieve analisten beleggen door de cijfers te gebruiken. Dat wil niet zeggen dat deze kwantitatieve beleggers niet kunnen kijken naar het bedrijf of het management en enkele van deze factoren mee opnemen in hun beslissingen, maar echte kwantitatieve beleggers kijken naar de cijfers en beslissen dan of een aandeel een koopje is of niet.
Benjamin Graham en Walter Schloss deelden de mening dat het praten met management ook contraproductief kan zijn omdat deze altijd te optimistisch zijn over de toekomst van het bedrijf.
Ik zeg vaak dat een CEO de beste verkoper is van het bedrijf.
Kwalitatieve Analyse
- Praten met management
- Vertrouwen op “scuttlebutt”: het praten met de concurrentie, verdelers, klanten,… van het bedrijf om zo informatie te verzamelen die anderen misschien niet hebben.
- De producten en diensten van het bedrijf in de diepte analyseren
- De capaciteiten van het management bepalen
- De competitieve voordelen, die het bedrijf al dan niet heeft, bepalen
- Een mening vormen over de vooruitzichten van de industrie of sector waar het bedrijf in zit (groeiend, houdbaar,…)
- Vaak een geconcentreerde portefeuille met slechts enkele heel goed onderzochte posities.
Kwalitatieve analisten kijken naar het bedrijf zelf en proberen hun beslissing te baseren op bovenstaande kwalitatieve factoren, net zoals Philip Fisher.
Vandaag hebben wij natuurlijk de luxe dat we online al een schat van informatie kunnen vinden. Het probleem is vaak de belangrijke informatie van de minder belangrijke scheiden en de juiste vragen weten te stellen.
Welke methode is beter?
Ik gebruik zelf beide methodes. Het makkelijkste is in mijn ogen de kwantitatieve analyse. Gewoon in de cijfers duiken en door diversificatie en de margin of safety uw beleggingen veilig houden. En dat zou ik beginners ook aanraden.
De vaardigheden voor beiden zijn natuurlijk anders en vragen een andere aanpak. Veel hiervan heeft te maken met uw karakter. Wil je je tijd spenderen met het praten met mensen, het bezoeken van bedrijven, informatiebladen en websites over de sector lezen, of verkies je het om cijfers te analyseren en de jaarverslagen te lezen?
Zelfs Buffett sprak over hoe hij Schloss bij momenten benijdde omdat hij “Om 9 uur kon binnenwandelen en terug vertrekken om 16u30, alle dagen jaarverslagen kon lezen, goedkope aandelen kon kopen, 20% per jaar verdienen en goed slapen ‘s nachts”.
Levensduur is een zeer belangrijke factor bij het overwegen van een beleggingsstrategie.
Buffett zegt dat het “zekere” geld te verdienen is door het analyseren van de cijfers. Zo is Buffett zijn carrière ook gestart, als een cijferman. Hij haalde daarmee fantastische rendementen in de begindagen van zijn Buffett Partnership. Met de tijd evolueerde hij als belegger en werd hij, mede door de invloed van Charlie Munger, met de jaren een kwalitatieve belegger.
Ben Graham is een kwantitatieve belegger gebleven gedurende zijn hele carrière. Hij was een sterke voorstander van het zo simpel mogelijk te houden, zolang de margin of safety maar centraal bleef.
Walter Schloss was ook een grote aanhanger van het gebruik van simpele cijfers die hij in Value Line kon vinden en na het lezen van de jaarverslagen. Hij had zelfs geen computer en gebruikte zijn telefoon amper. Hij kocht goedkope aandelen in verhouding met hun activa (hij hield van de ratio koers/tastbare boekwaarde) en deed dit dag in dag uit, jaar na jaar. Hij schreef hierover een goed artikel: Why We Invest the Way We Do, waarin hij de redenen opsomt waarom hij simpele cijfers verkiest boven uitgebreide analyse.
Joel Greenblatt heeft zijn bekende Magische Formule (The Little Book That Beats The Market) ontwikkeld welke niet enkel kwantitatief beleggen omvat, maar ook systematisch. Dit systeem heeft simpele regels voor het kopen en verkopen van aandelen op bepaalde tijdstippen en is makkelijk te volgen. Deze steunt op slechts twee factoren: Enterprise Value/EBIT en ROIC (Return on Invested Capital) Dit systeem deed het volgens het boek heel goed met een gemiddelde van 30% per jaar tussen 1988 en 2004.
Mijn gedacht
Ik vind dat beide methodes heel belangrijk zijn en verwerk ze in mijn beleggingsstrategie.
Mijn eigen karakter ligt meer bij het kwalitatief analyseren van bedrijven. Het kan bij kwalitatieve analyse goed zijn dat je maar één nieuw aandeel per jaar vindt, en dat is natuurlijk ook niet fijn.
Uiteraard ben ik over de jaren ook geëvolueerd en zal dit de komende jaren zich nog verder zetten, mijn evolutie zal op dit blog te volgen zijn.