Je kan jong zijn zonder geld, maar oud niet

Sam Hollanders

De uitspraak “jong kan je zijn zonder geld, maar oud niet” is er een van coach en motivator Tony Robbins. Tony Robbins heeft naast duizenden mensen in zijn seminaries ook een hele reeks bekende en succesvolle mensen begeleid zoals Oprah, Bill Clinton, Usher,…

Tony Robbins schreef naast verschillende zelfhulp en motivatieboeken ook Money Master the Game. Niet dat hij opeens veel kennis had van de financiële markten, maar zijn eigen ervaring als selfmade miljonair en toegang tot experts, leveren wel een aangenaam om lezen boek.

In het boek benadrukt hij het belang van financiële educatie en beleggen, net de doelstellingen van deze website.

Breng je geldzaken op orde

De uitdrukking “jong kan je zijn zonder geld, maar oud niet” vond ik de meest treffende in het boek. Het dient als motivatie om je geldzaken op orde te hebben. Als je jong bent kan je best leven op een beperkt budget. Je kan namelijk alles zelf. Als je ouder wordt veranderen er wel wat zaken. Meestal ben je het gewend om wat meer geld te hebben om te spenderen. Na het pensioen wil je dit dan ook blijven doen, maar krijg je ook te kampen met het fysiek zwakker worden.

Onderhoud van het huis en de tuin wordt opeens moeilijker en moet je misschien uitbesteden. De ziektekosten verhogen,… Kortom geld wordt belangrijker.

1 op de 5 ouderen leeft in armoede

In België leeft 22% van de ouderen in armoede. Nederland doet het met een percentage van 2,6% een heel stuk beter, maar dat kan ook aan de manier van berekenen liggen. Het bestaansminimum dat de ouderen hebben wordt daar vaak als te laag bekeken.

In Vlaanderen moeten 3 op de 10 ouderen rondkomen met een pensioeninkomen tussen €500 en €1000.

De pensioenen in België zijn bij de laagste van Europa en voldoen lang niet voor de echte levenskosten, laat staan als je godbetert ooit in een rusthuis terecht komt.

Je moet het zelf doen

Kortom de uitbetaling van de pensioenen zijn zowel in Nederland als in België vandaag te laag. De vraag is of de volgende generaties nog op de overheid mogen rekenen voor hun pensioenen.

Als we de schulden van de overheden bekijken kunnen we niet anders dan heel bezorgd worden om de toekomst. Als we daarbij dan ook nog eens vaststellen dat ze elk jaar meer uitgeven dan ze binnenkrijgen, dan zoek je gillend naar de uitgang. Als een bedrijf zo zou werken was het al lang failliet. En dan moeten de zware kosten van de vergrijzing nog komen.

Hierom stimuleert de overheid ook het pensioensparen en ze maken dit interessant vanwege de mooie fiscale aftrek. Als je echter dieper gaat kijken naar de fondsen zelf zie je dat je belegt in zwakke prestaties. Bovendien heeft de overheid hierdoor ook perfect weet van hoeveel er in deze pot zit, en zullen ze het niet laten om hierin te graaien, zoals ze al eerder deden.

Dat is ook de reden waarom ik er van overtuigd ben dat je zelf het heft in handen moet nemen en zorgen voor je pensioen.

Zoals je in het vorige artikel kon lezen is beleggen de manier om dit te doen, we spreken bij pensioensparen tenslotte over de lange termijn.

Beleggen bekijk ik hierin ook in de brede zin van het woord. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar individuele aandelen, geselecteerd via de principes van het waarde beleggen, en vastgoed, maar indexbeleggen kan ook zinvol zijn als dit je beter ligt.

Begin op tijd

Met het schetsen van dit beeld wil ik vooral bereiken dat er op tijd wordt gedacht aan het sparen voor je pensioen. Ik richt me hierbij voornamelijk op mijn leeftijdsgenoten tussen 35 en 45 jaar.

Onder 35 zijn we vaak bezig met de opbouw van andere zaken zoals een gezin en de gezinswoning, veel extra budget om te sparen is er dan niet.

Als je al vroeger bent begonnen met sparen, begin dan vandaag ook te beleggen. Ben je al begonnen met beleggen? Proficiat je hebt nu al een voorsprong die bijna niet meer in te halen is dankzij de kracht van de samengestelde intrest.

Zoals u op de grafiek van Business insider kan zien is het noodzakelijk om vroeg te starten.
De eerste belegger start met beleggen op zijn 25 en legt elke maand $300 opzij. De tweede belegger doet hetzelfde, maar start 10 jaar later.

De derde start nog eens vijf jaar later wanneer hij veertig werd, maar beseft dat hij te laat is begonnen en legt elke maand $600 dollar opzij.

Ze zijn alle drie even voorzichtige beleggers en slagen er in deze lange periode in om 5% rendement per jaar te halen, wat ruim onder het gemiddelde is van de beurs over een lange periode.

Ondanks dat onze derde belegger in totaal $180.000 opzij heeft gezet, slaagt hij er niet in om de eerste belegger in te halen die in de 40 jaar dat hij spaarde $144.000 als startbedrag heeft, maar liefst 20% minder.

De eerste belegger heeft op zijn 65 een kapitaal van $460.000 vergaard. De tweede belegger spaart slechts $108.000 en heeft ook maar $251.000 bij elkaar gekregen. Met andere woorden door 10 jaar later te starten en hierdoor $36.000 minder te beleggen heeft hij 55% minder kapitaal.

De derde belegger heeft ondanks dat hij $36.000 meer heeft gespaard dan de eerste toch maar $359.000 dollar bij elkaar gekregen, een verschil van $101.000 ofwel 28% minder rendement om 25% meer te moeten inleggen.

Over de kracht van 1% meer of minder rendement, al dan niet door het besparen van kosten, kom ik nog een andere keer op terug. Ondertussen zal onderstaande grafiek al boekdelen spreken.

Begin op tijd met sparen en beleggen en neem vooral zelf de controle over uw toekomst!

Start Hier

Veel Gelezen

LinkedIn
Twitter
Facebook
WhatsApp