Aandelen zijn zelden correct gewaardeerd

Sam Hollanders

Beleggen in aandelen wordt heel vaak kort samengevat als laag kopen en hoog verkopen.

In essentie kan dit op drie manieren.

  • Je zoekt een aandeel dat goedkoper noteert op de beurs dan zijn waarde.
  • Je koopt een aandeel waarvan je hoopt dat de groei van het bedrijf voor de winst zorgt.
  • Je probeert de markt te timen.

Over markttiming en technische analyse ga ik het hier niet hebben. Dit zijn ook niet mijn expertises, wel het analyseren van de fundamentele gegevens van bedrijven.

Bovendien moet ik de eerste echt succesvolle belegger die geld verdient met timen nog tegenkomen. Als u iemand kent, ik ontmoet hem/haar graag! Je spendeert je tijd en energie beter aan het selecteren van de juiste aandelen.

Wat al deze manieren wel gemeen hebben met elkaar is dat je winst (of verlies) van je belegging bepaald wordt door wat je als aankoopprijs betaalt.

Als je een aandeel 30% te duur betaalt, dan moet de winst al 30% groeien voor je nog maar break-even bent. Het is dus essentieel, of je nu goedkope aandelen wil kopen of groeiende bedrijven, dat je weet wat een aandeel waard is, tenminste ongeveer, want het waarderen van aandelen is geen exacte wetenschap.

Met alle analisten die werkzaam zijn op de beurs zou je verwachten dat aandelen altijd correct gewaardeerd zijn en maar eens sporadisch afwijken van hun waarde als er een algemene euforie of aan de andere kant een beurscrash zich voordoet.

Niets is echter minder waar. In elke beurs, of deze nu op haar top zit of in een dal, zijn er steeds dure aandelen te vinden en koopjes te doen.

De succesvolle belegger Joël Greenblatt, welke tussen 1985 en 2005 een gemiddeld jaarlijks rendement van 40% kon behalen, toonde dit op een uitstekende manier aan zijn studenten van de Columbia Business School.

In het begin van elk schooljaar liet hij de studenten de krant openslaan op de pagina’s met beurskoersen van de bedrijven. Hij vroeg hen om enkele namen te roepen.

Op deze beurspagina’s stonden traditioneel enkele gegevens van de bedrijven, waaronder ook de hoogste en laagste koers van de afgelopen 52 weken. Als digitale lezer weet ik niet of deze pagina’s nog beschikbaar zijn, maar deze data kunnen we online ook vinden bij bijvoorbeeld Google Finance.

Laten we een 5-tal bekende namen selecteren:

  • Shell: laagste koers €16,52 hoogste koers €29,50, verschil 78,6%
  • AB Inbev: laagste koers €87,73 hoogste koers €124,2 verschil 41,6%
  • Apple: laagste koers $92 hoogste koers $134,54 verschil 46,2%
  • Sioen: laagste koers €13,63 hoogste koers €19,79 verschil 45,2%
  • Accell: laagste koers €15,67 hoogste koers €21,10 verschil 34,6%

Ik heb bewust gekozen voor 3 grote bedrijven en twee kleinere om aan te tonen dat dit voor alle bedrijven geldt, test het zelf maar eens uit met andere namen.

Het verschil tussen de hoogste en laagste koers bedroegen in bovenstaande voorbeelden tussen 34,6% en 78,6%. Je kan nog veel extremere voorbeelden vinden.

Zeker de eerste drie bedrijven worden door tientallen analisten gevolgd. Je zou dan ook verwachten dat de waarde van deze bedrijven bekend is en dat de koers hier steeds rond zou schommelen, en toch krijgen we verschillen van bijna 50% gemiddeld binnen het jaar.

Deze verschillen zijn er niet omdat een bedrijf binnen het jaar 40% meer of minder waard is geworden. Zo snel gaat het niet, op enkele uitzonderingen na. Bovenstaande vijf aandelen zijn bovendien allemaal sterke bedrijven.

De juiste conclusie is dan ook dat de beurskoers van een aandeel op korte termijn zelden in de buurt komt van de juiste waarde van het bedrijf.

Op lange termijn zal de koers wel steeds in de richting van deze waarde bewegen, omhoog als het bedrijf te goedkoop is, of omlaag als het te duur is. Van deze wetenschap maak ik dankbaar gebruik.

Start Hier

Veel Gelezen

LinkedIn
Twitter
Facebook
WhatsApp