2. Help. Ik ga investeren

Help-ik-ga-investeren

Joël Schols

Je hebt kapitaal verzameld en wil dat gaan beleggen als appeltje voor de dorst. Je hebt een luxeprobleem want er bieden zich verschillende mogelijkheden aan. Je kan namelijk kiezen tussen verschillende soorten beleggingen. Met een ietwat geleerde term noemt men dat “asset allocatie”.

Asset allocatie is de manier om je vermogen te verdelen over de verschillende mogelijkheden die zich aandienen: de bekendste zijn vastgoed, aandelen, obligaties, kasgeld en overige zaken zoals kunst, grondstoffen, munten en andere beleggingsinstrumenten. Wanneer u over dit onderwerp gaat lezen, of vrienden of uw bankier om raad vraagt, dan krijg je meestal een antwoord ‘leg niet al je eieren in één mand’. De verdeling op de lange termijn is bepalend voor het rendement dat je zal behalen. En de spreiding van je vermogen over meerdere klassen spreidt ook je risico.

De investeringen die kosten… maar geen rendement opleveren

Laat ons deze categorie eerst bekijken. We hebben het hier over zaken die dikwijls voortvloeien uit de hobbysfeer: investeren in oldtimers, in kunst, in zeldzame postzegels, … Deze investeringen leveren kijkplezier en amusementswaarde. Ze kunnen zelfs met een mooie meerwaarde verkocht worden als het wat meezit. Maar tijdens hun levensduur brengen ze kosten met zich mee zoals verzekeringen, beveiligingssystemen, onderhoud, kluis huren, … Ze leveren geen dividendrendement, rente of huurinkomsten op. Daardoor kan je er geen objectieve waarde op kleven. En dus klasseren we ze op vlak van investering als speculatief. Begrijp ons niet verkeerd: toffe dingen maar geen belegging.

In deze categorie vallen ook de goudklomp en de bitcoin. Speculatieve zaken want je kan er onmogelijk een prijs op kleven. Je kan het prijzen, niet waarderen. Weeral: niks verkeerd mee, maar wat ons betreft een andere tak van sport dan beleggen

De investeringen die wel rendement opleveren

In ‘De Tijd’ van 8 september 2018 is een mooie grafiek te vinden die de 4 vermogensklassen – die wel rendement opleveren – met elkaar vergelijkt over een 50-jarige periode en corrigeert met inflatie

Beleggen in aandelen lucratiever dan eender welke andere klasse

Het zal je niet verbazen: de minst renderende telg uit deze familie is cash of kasgeld. Omdat het rendement van een zicht- of spaarrekening lager is dan de inflatie hou je netto een negatief rendement over. Wie 50 jaar geleden 100 euro (of toen iets meer dan 4.000 Belgische Frank) op zijn zichtrekening heeft gezet, houdt daar vandaag 20 euro in koopkracht aan over. De inflatie vreet aan onze koopkracht.

Waarom zou u dan cash aanhouden? De enige reden die we ons kunnen bedenken is dat men een aankoop dient te doen op de korte termijn. We vragen ons af of de 270 miljard euro op Belgische spaarboekjes allemaal dienen voor korte termijn aankopen. De vraag stellen is ze beantwoorden.

Voor de vastgoedcijfers brengen we meteen een stevige correctie aan: De huurinkomsten worden hier niet mee in opgenomen. De grafiek toont enkel de meerwaarde van vastgoed, wat op zich niet de correcte vergelijkingsbasis is. Stel dat je een netto 3% huurrendement (na onderhoudskosten, belastingen en leegstand) behaalt dan eindigt vastgoed net onder obligaties, met 4% netto huurrendement scoort het iets beter dan obligaties.

Obligaties brengen gemiddeld over de 50 jarige periode 4,5% op, netto, na inflatie . Je 100 euro koopkracht wordt zo 950 euro koopkracht vandaag.

En zo komen we tot ons punt. Op de lange termijn winnen aandelen. En laat ons eerlijk zijn: we beschouwen hier een beursindex, onze BEL20, die het in vergelijking met een wereldselectie niet bepaald schitterend heeft gedaan. We rekenen dus met ‘maar’ 6,5% rendement. We vergelijken ook niet met een actieve selectiestrategie van aandelen, het is gewoon het Belgisch beursgemiddelde.

Waarom winnen aandelen?

Als aandeelhouder ben je eigenaar van een bedrijf. Voor beursgenoteerde aandelen vertegenwoordigt dat een zeer klein deel van een bedrijf.

De reden dat bedrijven het beter doen dan obligaties is zeer eenvoudig. Draai het eventjes om: als bedrijven niet meer rendement zouden produceren dan een staatslening (de zogenaamde veilige rente), waarom zou een bedrijf dan enige bestaansreden hebben?

Anno 2020 zijn we bovendien opgescheept met extreem lage rentes, quasi nulrentes. Dat kans dat die situatie onveranderd blijft voor lange tijd is bovendien zeer hoog. In dat scenario staat er bedrijven niets anders te doen dan ‘een beetje’ winst maken opdat ze het beter doen dan obligaties.

De bepalende factoren in de keuze van een beleggingsstrategie

Merk allereerst op dat we hier enkel spreken over beleggingsstrategie. Een tweede verblijf aan de kust kan een goede investering zijn en je kan dit bekijken als persoonlijk familiegenot. Dat is dus een andere invalshoek dan zuiver beleggen.

Wanneer het over beleggen gaat, dan is volgens ons de meest bepalende factor je tijdshorizon. Indien je belegt om binnen een jaar het kapitaal op te nemen en te besteden dan zijn aandelen geen goede keuze. De prijsvorming op de beurs is gewoon te grillig – we noemen dat volatiliteit. Op veel plaatsen is te lezen dat volatiliteit de vijand is, dat het te vermijden is en dat het beleggingen risicovol maakt.

Daar zijn wij het fundamenteel mee oneens. Volatiliteit is geen risico op voorwaarde dat de beleggingshorizon voldoende lang is. Wie op 20 jarige leeftijd begint te sparen voor zijn pensioen kijkt tegen een horizon van minstens 45 jaar aan. Kies je dan voor een minder rendabele formule?

Tussen 1 en 45 jaar zitten veel grijswaarden. Wij hanteren als vuistregel dat een 7-jarige horizon een faire definitie is van lange termijn.

Een andere niet te onderschatten factor is nachtrust. Zelfs wanneer je weet dat je het geld niet nodig hebt gedurende 7 jaar of meer kan het best zijn dat je ’s nachts wakker ligt wanneer de beurs daalt met 40% zoals we recent in Corona tijden hebben meegemaakt. De grootste aandelenbeleggers ter wereld hebben hun portefeuille meermaals zien dalen met 40% en meer. Daar moet een mens kalm bij blijven. Wie dan wegloopt is gezien.

Diversifiëren?

Ja, maar met mate.
Je leest dikwijls dat je best niet voor één vermogensklasse kiest, maar je kapitaal verdeelt (gesteld dat je die luxe hebt om dat te kunnen doen). Wat ons betreft is het eenvoudig: omdat bedrijven de grote winnaars zijn op de lange termijn gaan we voluit voor aandelen – rekening houdend met de reeds besproken tijdshorizon. Kies voor korte termijn obligaties daar waar je toch een ietsje beter rendement dan cash wil behalen voor dat deel van je kapitaal dat je op kortere termijn nodig hebt.

Diversifiëren binnen de portefeuille van aandelen is wel uitermate zinvol. Al je centen in één aandeel steken kan tot financiële drama’s leiden. We horen jammer genoeg regelmatig verhalen van mensen die volledig vertrouwden op technologieparel Lernout & Hauspie of goedhuisvaderaandeel Fortis.

Niet doen dus. Maar hoe breed ga je diversifiëren?

Daar bestaan wel wat verschillende theorieën over. Wij vatten het zo samen: als je een 10-tal bedrijven zeer goed kent (en dan bedoelen we echt extreem goed) dan kan je voor dat beperkt aantal gaan. Veel KMO bedrijfsleiders hebben hun centen in één bedrijf zitten. Dat kennen ze niet alleen extreem goed, ze hebben ook nog eens een controlerende meerderheid. Dat heb jij niet met beursgenoteerde aandelen. Dus kies je minstens een 10-tal bedrijven. Eens je een 30-tal bedrijven in portefeuille hebt wordt het moeilijker om ze op te volgen, laat staan goed te kennen. Diversifieer je nog verder dan ga je ook steeds meer het marktgemiddelde benaderen.

Werk je met enkele ETF’s (beurstrackers die indexen volgen aan lage kost en veel aandelen in portefeuille hebben) of een 5-tal goede holdings, dan ben je ook voldoende gediversifieerd.

Samengevat:

  • Op de lange termijn winnen aandelen en daar is ook een logische verklaring voor: bedrijven hebben enkel een bestaansreden wanneer ze het beter doen dan obligaties.Kijk naar uw beleggingshorizon: is die lang genoeg, ga dan voluit voor aandelen – op voorwaarde dat je je nachtrust niet laat bij een stevige prijsdaling.
  • Diversifiëren doe je zoals alle goede dingen des leven: met mate.

In een volgend artikel gaan we in op de vraag of je best zelf je aandelenkeuzes maakt? Welke zijn de voorwaarden om dat goed te kunnen doen? Of besteed je beter uit?

Start Hier

LinkedIn
Twitter
Facebook
WhatsApp